woensdag 4 december 2013

Klok 27-12- 2015

2013, november

Ik schreef deze column

*
Over ruim tien jaar viert ze haar eeuwfeest, onze huiskamerklok in Amsterdamse-School ontwerp. Hoekig, de kast puur eiken, een messing wijzerplaat met cijfers in afgewogen verhoudingen. Haar bescheiden klank komt overdag niet boven de omgevingsgeluiden uit. Maar de nachtelijke uren knipt ze muzikaal in draaglijke porties. Hoewel haar sonore klank na een grondige schoonmaakbeurt iets te helder is geworden.

Eigenwijze tijdwijzer, constant uit de pas: ze loopt langzamer dan de satelliettijd. Elke dag schenkt ze de uren een extra minuut. Zevenenzestig minuten is het maximum, daarna gaat ze onverbiddelijk in staking. Dan kan alleen de opwindsleutel de tijd redden.
Problemen geeft dat niet, zolang *eigen tijd* voorrang mag hebben. Maar soms is *afgemeten tijd* noodzakelijk, bijvoorbeeld bij het halen van een trein. 
(Hoewel reizigers daar altijd meer rekening mee dienen te houden dan de NS voor zichzelf noodzakelijk vindt.)

Voor de begrippen *eigen tijd* en *afgemeten tijd* zie Joke H. Hermsen 'Windstilte van de ziel' en 'Stil de tijd.'

*

Waar ligt de prioriteit? Tijd verstrijkt evengoed, in min of meer meetbare porties. Met mij gaat ze meestal aan de haal, ze loopt mij kilometers vooruit. Tijd bijhouden, laat staan inhalen, ik ben daar niet goed in. En nu al helemaal niet, de tijd wint het van mij.

Zo kom ik onverhoeds terecht in een horizontaal leven. Vanuit bed kan ik de klok niet zien, tijd wordt een rekbaar begrip. 
Zo kan het gebeuren dat ineens de huisarts naast mijn bed zit met het aanbod van me een gratis 'vakantie.' In revalidatiecentrum of verpleeghuis. Iets waarop ik niet heb gerekend en waar ik absoluut niet naar uitzie. Gelukkig heb ik goede tegenargumenten.
Deze keer win ik: in één klap haal ik de tijd in.

Thuis blijven betekent: eigen tijd, Amsterdamse-School-kloktijd. Niet perfect maar wel het best haalbare. Deze klok tikt thuis de diepe waarheid van een oud spreekwoord.

***

2014, november 

Ik schreef:

*
In oktober verergerden de klachten zodanig dat huisarts, fysiotherapeut, revalidatiearts, neuroloog én ikzelf ten einde raad waren.
Revalideren buitenshuis bleef de enige optie, maximaal een half jaar. Gelukkig kon dat dichtbij huis, op loopafstand. Sociale contacten gingen gewoon door of kwamen tijdelijk op een laag pitje.

De tijd tikte onverbiddelijk haar eigenwijze gang, zonder mooie klok, wel in samenwerking met mijn lastig lijf. Twee maanden lichte vooruitgang vetanderde in stilstand. Al snel bleek verdere achteruitgang onontkoombaar. 
Nieuwe mogelijkheden moesten onderzocht, hoe en waar kon ik verder?

Terug naar huis? Bouwtechnisch gezien bleken noodzakelijke aanpassingen onmogelijk, rusttijden niet haalbaar in het te gehorige huis. 
Vierentwintig uurs verpleging was vrijwel niet te regelen,  dus toch...

De tijd en mijn lastig lijf hadden deze keer gewonnen. Maar zelf maakte ik de bewuste keus: ik blijf in het verpleeghuis, niet als tijdelijke gast maar als bewoner. Verpleging 24/7,  rust gegarandeerd, eigen kamer, toegewijde verplegenden en verzorgenden. Artsen bij de hand, overleg mogelijk.
Dat overleg bleek, en blijft, hard nodig. Ik verhuisde naar mijn huidige kamer. Met de nu klankloze digitale tijd op mijn Ikea-klok, ventilator,  telefoon en iPad

*** 

2015, december

*

Ik leef in mijn laatste onderkomen, woon- slaap- en hoogstwaarschijnlijk ook sterfkamer. Met uitzicht op het stukje aarde dat mij de laatste twintig jaren dierbaar is geworden. De akkers en bossen waar ik ontelbare voetstappen en kilometers rolstoel - rijtrajecten heb achtergelaten. 

*

Tijd speelt nu een andere rol. We houden gelijke tred. Winst en verlies zijn niet meer relevant. Nu gaat het om kwali-tijd, 'quality time' om een platitude te gebruiken.
Elke dag is waardevol, elk uur,  iedere minuut en vooral: iedere mens die ik mag begroeten, ontmoeten (ook virtueel) voegt veel toe.
Mijn geliefden en dierbaren voorop. 

Hoe lang gaan we nog samen, mijn tijd en ik? Ook dat is niet meer relevant. Het is in elk geval eigen tijd.