maandag 21 oktober 2013

Wedstrijdverhaal

Dit was mijn inzending voor "Schrijfwedstrijd 2013" van 'Zinniger Zinnen'  de site waar ik veel leer.
Een verhaal zoals dit 
schreef ik nog nooit eerder. 


Thema: De kunst van het weglaten









Porties

'... mooi afgeronde porties, dat is toch het prettigst.'
'Helemaal mee eens.' Mevrouw Jansen laveert door de deur. De klink voelt precies als thuis, maar de brede opening biedt meer ruimte aan haar rollator, makkelijk!
'Denk erom, die andere beslist laten staan! Samen veroorzaken ze ernstige darmproblemen.'
'Ik zal het onthouden.' Ze kijkt over haar schouder en knikt nogmaals. Met een resoluut: 'Hartelijk dank, tot ziens,' stapt ze naar buiten. Daar maakt ze de riem van haar hondje los van het fietsenrek. 'Goed zo Tarzan, netjes gewacht.'  Een laatste controle van het boodschappenlijstje. Mooi, niets vergeten, klaar voor het weekend. Zelfs voor wat ze 'opa's dieet' noemt:
roggebrood met appelstroop en sinaasappels. Hij werd er bijna negentig mee, over drie weken haalt ze hem in, 'bij leven en welzijn.' Ze kijkt opzij, keurt zichzelf in een winkelruit: rijzig, wandelschoenen, spijkerpak, wilde haardos. Sportief type. Zelfs de rollator –alleen voor het evenwicht hoor- misstaat niet.
Het hondje keft en kwispelt enthousiast: in spiegelbeeld komt traag een tengere vrouw langszij. Het chique mantelpak en de zwart-met-zilveren stok waarop ze zwaar leunt, passen volstrekt niet bij de schreeuwerige designshopper in haar andere hand. Ze zegt: 'Hallo Betje, ik loop even mee. Anders moet ik alleen, langs die kerels met hun gore grappen.' 
Mevrouw Jansen draait weg van de etalage. 'Hallo Mi…' Mietje slikt ze in. Die doodgewone naam uit hun kleuterschooltijd, haar vriendin heeft daar tegenwoordig 'nare associaties' bij. 'Hallo Mia, ook in het dorp? Hoor eens….' Langzaam wandelt ze mee. Al heeft ze zelf nog de snelheid van een kievit,  Mia is traag, vanwege haar kunstknieën. Keuvelend over familieleden en  dorpsgenoten kuieren ze over het drukke winkelplein. Extra vertraagd door mensen uit winkelloze dorpen, die hier massaal weekendboodschappen doen. Zodoende kunnen ze het 'leugenbankje' niet ontwijken: de oudemannenroddelplek.
Natuurlijk, de  oudsten daar zijn minstens tien jaar jonger dan de dames. Niet veel mannen halen de tachtig buiten het verpleeghuis. Natuurlijk, de streekkrant klaagt over 'Storende Hang-Ouderen.' Maar de winkeliers zijn blij met hen en schenken gratis koffie: er komen klanten op af. Streekgenoten en toeristen die hopen op een tikje couleur locale.
'Lawaaiige jongelui zijn erger,' zegt de middenstand. 
Grootste publiekstrekkers zijn Jantje en Jopie met hun ongezouten opmerkingen en grove grappen. Vooral bekenden nemen ze onbarmhartig in de maling. Het grootste slachtoffer? Hun vroegere buurmeisje. Zelfs als kleuters kregen ze haar, toch tien jaar ouder, al makkelijk op de kast met Mietje Mietje wanneer krijg je tietjes. Veel zinnigs hebben ze niet bijgeleerd... Mia ontkomt alleen aan hun spot als haar vriendin erbij is. Die houdt van het woordensteekspel en fungeert als bliksemafleider.
'Ha die Betje, nog steeds in voor een pretje?!' roept Jan, die uit een winkel komt met koffie en een krant. Passanten  zetten hun volle boodschappentassen neer. Ze hopen op een authentieke dorpsrel.
'Ha die Janneman, die kan er allang niks meer van.' Mevrouw Jansen fronst, heeft ze dat gedacht of gezegd?
Jopies schelle schaterlach verraadt een schot in de roos. Mensen lachen mee, vol bewondering voor de statige dame met de wapperende haren, achter haar rollator als een gladiator.
'Zo, Jantje, nou jij weer,' kraait Jopie.
Dan komt Jan bij zinnen. 'Pas maar op Betje, er zijn inbrekers actief in jullie buurt. Met z'n tweeën nog wel. Ik stuur ze zo op je af!'
'Ach man,' Jopie port hem in z'n zij. 'Alsof jij die kent… opschepper! '
'Nou ja,'bromt Jan, 'vaag.' Hij wappert met de krant en leest voor: 'Vooral in bejaardenwoningen. Dodelijk slachtoffer' staat er zelfs. Stop je gouden ringen goed weg!'
'Die heb ik niet jongen, bij mij valt niks te halen.'
'Je antieke pendule dan, en je staande klok?' sist Mia.
'Ach, allemaal bangmakerij, kom we gaan naar huis.'
Maar Jan is niet te stuiten: 'Is je waakhond goed afgericht Betje?'
'Nog net zo goed als vorig jaar, bewijzen?' Mevrouw Jansen bukt naar de riem van het keffertje.
'Neenee, laat maar, ik geloof je.' Jan stapt terug en botst tegen de winkelruit, koffie klotst over zijn hand. 'Verd…'
'Twee-nul voor Betje,' gilt Jopie. 'Geen goeie dag voor jou, Jan. Morgen beter.'
'Dag heren! Kom Mia.'
Lachend maken de omstanders doorgang voor de stoere en de tengere vrouw. Een man neemt respectvol zijn pet af.

Nog zo'n honderd meter lopen naar hun hofje. Ze wonen schuin tegenover elkaar, de een op de hoek, de ander bijna in het midden. Mevrouw Jansen is het eerst thuis. 'Mia, morgenmiddag kook ik vast stamppot rauwe andijvie. Dan is ze zondag het lekkerst als je komt eten. Bel je 's avonds? Zal ik ook vertellen hoe mijn nieuwe recept werkt.'
'Is goed, ik bel je. Pas je wel op voor inbrekers? In zo'n hoekhuis ben je een makkelijk doelwit.'
'Tarzan beschermt mij toch! Zag je hoe benauwd Jan het kreeg?' Ze lachen bij de herinnering aan die hap in Jans kuit, vorige zomer.
'Je hebt gelijk, geen zorgen. Fijne avond.'

Zaterdagavond lichten de ramen in het hofje blauw op. Alleen bij mevrouw Jansen spiegelt de rozerode belofte van een zonsondergang. In haar volle boekenkast is geen ruimte voor een tv. Zij leest de nieuwe roman van haar favoriete schrijfster. Comfortabel in de hoge leunstoel, naast een tafeltje met gesigneerde eerste drukken en een theeblad. Plotseling staat ze op, grijpt krampachtig de rollator, beent de kamer en de lange gang door. Snel snel! Waarom is de badkamer-met-wc helemaal naast de voordeur in deze hofjeshuizen? Ze heeft haast!  De hond wacht haar grommend op, nekharen omhoog.
'Tarzan, weg! Straks spelen!' Badkamerdeur open, lamp aan… Eenmaal binnen klapt ze dubbel, laat een rollatorhandvat los en drukt de hand in haar buik. 'Au, kramp…' Nog drie stappen, nog twee, de rollator opzij draaien… 'Toe dan, stom ding, niet blokkeren ik heb haaaaaa… Ajakkes…'
Haar onderbroek wordt warm, een stinkende stroom loopt door de broekspijpen, in en over de schoenen en drupt  groenbruinzwart op de witte tegelvloer.
'Aaaach, ik wou alleen maar iets om mákkelijker…' Één hand knijpt krampachtig in het handvat –niet vallen nu!-  de andere stroopt kleding af. Krimpend en kermend glijdt ze uit op de wc-bril. Grijpt met haar vrije hand nog net de steun naast de wc. Geeft zich dan over aan haar opstandige darmen. Laat maar lopen, schade opnemen kan straks wel. Wat een varkensgierstank, zijn die nieuwe poeders zó sterk?
"Niet meer eens per week zo'n pijnlijke bevalling op de wc," zei de dokter, "…maar regelmatig mooi afgeronde porties."  Ze laat de rollator helemaal los, herinnert zich ineens de deurkruk in haar andere hand terwijl hij toevoegt: "Maar beslist die andere laten staan, samen veroorzaken ze darmproblemen…"
Nu pas begrijpt ze: alléén de poeders nemen, de oude pillen laten staan.
Een half uur later is de krampaanval voorbij, draait de wasmachine en zijn de badkamer en zijzelf met de massagestraal en lavendelschuim schoongespoeld. Meteen haar zondagse goed en schoenen aan… Afgeronde porties, jawel. Ze schiet in de lach, een smeuiïg gruwelverhaal om straks aan Mietje te vertellen. Licht uit nu, fijn verder lezen. Nee, eerst aandacht voor de hond, die opnieuw begint te grommen. 'Wat nou weer…'

Tarzan gaat tekeer: de bel. Als die kapot zou zijn had ze aan de hond genoeg.
'Aan de kant hondje, even kijken wie er is.' Naast de rollator staand opent ze met één hand de deur op een kier.
Een keurige heer - grijs pak, blauwgestreepte stropdas, glanzendgepoetste schoenen, aktetas- vraagt: 'Woont hier de familie Van Jansma …?'
Mevrouw Jansen wijst naar haar naambordje. 'Jansen, ziet u wel? JANSEN, kunt u niet lezen?'
'Mag ik dan misschien even uw telefoonboek inzien?'
'Nee, ik laat geen onbekenden binnen.'
'O denkt u dat ik op uw geld uitben? Ik heb ook de krant gelezen… '
'Nee meneer, het is een principe. Bovendien is hier niks te halen. Goedenavond.' Ze wil de deur sluiten maar een glimmende schoen schuift ertussen, een hand duwt ertegen.
'Pakt u dan het telefoonboek, dan kijk ik hier buiten wel even.'
'Nee is nee meneer, goedenavond. Tarzan, help eens? Aanvallen!'  Ze trekt de deur verder open.
Het hondje stormt naar buiten, lippen opgetrokken over scherpe tanden. Nekharen, oren en staart overeind.  Springt, hapt in de keurige kuit en houdt vast.  Tot meneer vloekend op één been het hofje uit hinkelvalt. 
Mevrouw Jansen stapt naar buiten, één hand aan de deurpost. 'Tarzan, los! Genoeg, kom terug. Dag meneer, tot nooit meer ziens.'

Ze kijkt om zich heen, niets dan stilte, rust, een bloedrode zonsondergang en blauw opflakkerende ramen. ‘Met z'n tweeën zei Jan toch? Gelukkig, niemand meer te zien. Die meneer is erger geschrokken dan wij, Tarzan. Meisje, je was geweldig! Kom, wij hebben onze porties wel gehad vandaag.' Ze bukt, tilt met haar vrije hand de hond op. Even laat ze los om zich om te draaien, wankelt, vindt net op tijd steun aan de andere deurpost. Met de tegenstribbelende hond in de houdgreep sust ze: 'Wat grom je nou, de engerd is toch weg? Kalm maar, straks belt…'


De slag die van achteren in een klap haar schedel verbrijzelt hoort ze niet aankomen. 





1 opmerking:

Anoniem zei

Een heel mooi verhaal Elli

Doortje