zondag 28 april 2013

Mijn dag. Mijn koningin.



*
1
Een onafzienbaar groen veld. Zoveel gras heb ik nog nooit gezien. Aan het eind van oma’s achtertuin zit ik tussen de buurkinderen. Op het strookje langs het grasveld, verder mogen we niet. We kijken naar grote kinderen in witte kleren. Kunnen kleren  wit zijn? Dat heb ik nog nooit gezien. Korte rokken dragen ze, korte broeken, hagelwitte bloesjes. Ze lachen en roepen.  Rennen en gooien met ballen. Zwaaien met slingers. Een buurkind durft zomaar een aanrollende bal terug te brengen. Hij wordt teruggestuurd. Het grasveld is verboden terrein. Het is van het Lyceum, de grote school achter het veld. Waar ze vandaag schoolfeest vieren. Omdat de koningin jarig is. De zon schijnt, dat hoort erbij. 

Ik ben ook jarig, net als de koningin.
Wat is jarig? Wat is een koningin? Wij vieren Koninginnedag bij oma met de tantes en een oom. Ik ben vaak bij oma. Mijn ouders hebben nog geen eigen huis. We wonen in bij een mevrouw. Daar is weinig ruimte voor kinderen. Bij oma kan ik spelen in de lange tuin vol gras. Met mijn neefje dat net kan lopen. Tussen de bessenstruiken en onder de perenboom loopt een smal paadje. Helemaal naar het grasveld van het Lyceum. Meestal mag ik niet zo ver komen. Vandaag wel.

Als ik weer jarig ben wonen we nog steeds in, we gaan weer naar oma. De zon schijnt niet, er zijn geen kinderen op het veld. Het is geen feest. Is de koningin niet meer jarig? Nee er is nu een andere. Binnen mag ik zwart-wit foto’s in de Libelle bekijken. Van de nieuwe koningin en haar gezin. Dezelfde mevrouw als op het fotootje in moeders tas. Een mevrouw met drie prinsesjes. In Canada, toen het  oorlog was. Alleen is er nu een baby-prinses bij, met blote voetjes. En een meneer. Die heet prins.  ‘O’ zeg ik.
Toch blijft het mijn verjaardag. En de nieuwe koningin is nu mijn koningin. Al is ze op een andere dag jarig. De foto’s vergeet ik nooit.


2
Een grijze ochtend in april. Koninginnedag. Troonswisseling. Het zal wel. Uit de radio komen flarden van een verslag over de achterkant van de feestelijkheden. De krakersrellen, het traangas, de mensen die zich in huizen verstoppen. Hijgende journalisten die zich met microfoon en al in het protest mengen. Wat gebeurt er, waarom doet u mee. Wat gaat er door u heen. Die verslaggeving zegt me meer dan de inhuldiging van ‘de nieuwe’. Koningsgezind ben ik niet. Er is het begin van een economische crisis die bij mij al jaren zijn schaduw vooruitwerpt. Er is een samengeraapt gezin, vol liefde maar problematisch. Er is een regelmatig werkeloze echtgenoot. Er hangt een afkeuring boven mijn hoofd. Er is elke maand te weinig geld.  Een fractie van wat het feest kost zou zoveel mensen kunnen helpen.
Wordt er op scholen extra aandacht aan de troonswisseling besteed? De kinderen krijgen een tweekoninginnenlepeltje. Die sieren nog jaren  het lepeldoosje. Meer herinner ik me niet. Troonswisseling, koningin, het zal wel.

3
Na drieëndertig jaar ben ik nog steeds niet koningsgezind. Ook geen republikein trouwens. Ben niet ‘iets’. Alleen wars van hypes op ieder gebied. Boeken, liedjes, films, kleding. Alles wat je ‘moet’ gezien gehoord, gedaan of gewoon hebben.  Schouderophalend zie ik opnieuw het gedoe aan. Toegegeven, een koning vind ik niks, dat wordt even slikken. Nederland hoort een koningin te hebben. Voor de aftredende vorstin heb ik  een enorm respect gekregen. Wie kan haar evenaren, laat staan vervangen. Haar eigenzinnigheid, kennis en wijsheid. Een Persoon, soms maar node passend in het opgedrongen -en bewust aanvaarde-  keurslijf. Toegegeven, ik bewonder haar. Maar koningsgezind is weer een stap verder. Toch doe ik op mijn manier mee aan de anti koningslied hype. Wat een beledigende draak van een lied. Het is te hopen dat de nieuwe koning het kinderenvoorkinderen stadium ontgroeid is. Pas als kleinzoon zegt dat vrijdag de koningsspelen zijn kom ik bij zinnen. Is het al zover? Ik leef geloof ik  buiten de tijd. Dan is binnenkort de allerlaatste Koninginnedag. Of eigenlijk is die al geweest, vorig jaar, zonder dat ik het wist. Als mij dan ook nog gevraagd word of ik tv ga kijken bezin ik mij. Wil ik dat?  

Een troonswisseling die wereldwijd gezien wordt als uniek. Aangezien onze vorst niet heerst maar verantwoordelijkheid draagt namens de regering. Namens het volk, hoe abstract dat begrip ook is. Moet ik me daar schouderophalend van af blijven maken? Achterstallige nieuwsgierigheid komt boven. Hoe waren de andere abdicaties? De troonswisselingen? De moderne media voorzien in de informatie die ik zoek. Ik begin met de inhuldigingsbeelden uit 1980. Zie ze voor het eerst. Hoor voor het eerst de officiële  kant van het verhaal. De eerste officiële toespraak van de koningin. Mijn bewondering stijgt, ik merk dat daarin al alle elementen voorbijkomen die haar regeringsperiode hebben gekenmerkt. Geen vijanddenken maar respect voor andere meningen. Zorg voor zwakkeren. Rol van moederschap gecombineerd met een zware baan. Nooit eerder zo bewust gehoord. Wat een consistentie in denken en beleid. Wat een rolmodel is ze, in meerdere opzichten. In hoeverre is de koningin dienaar van de regering geweest? Hoe vaak heeft ze haar eigen overtuigingen gevolgd? Met terugwerkende kracht neem ik bewonderend een heel hoge hoed af voor deze vorstin.
Haar zoon een goede vorst? Aan zijn opvoeding zal het niet liggen. Ik krijg er iets meer vertrouwen in.

De koningin van mijn dag was Wilhelmina en werd naadloos Juliana. Maar met de abdicatie voor de deur daagt het besef dat ongemerkt Beatrix  mijn echte koningin is geworden. De troonswisseling is geen hype. Het gedoe eromheen wel, dat is waar. Maar gaat hier om een historisch moment. Een verbinding tussen verleden en toekomst. Misschien moet ik dat eens heel bewust gaan meemaken.


*





2 opmerkingen:

Marja. zei

zo mooi!

Annie zei

Als rechtgeaarde republikein kijk ik ook met gemenge gevoelens naar alle drukte en romantisch gedoe rondom de abdicatie en de kroning. Maar soms ben ik toch ook nog een klein meisje die opgegroeid is met sprookjes. En daar refereert de dag van morgen toch wel aan. Morgen ben ik weer even een klein meisje die een prentenboek van koningen en koninginnen bekijkt, prinsen en princessen. Ik heb nog net, net als vroeger, geen oranje vlaggetje in de hand.